Haakpatroon: Wintermutsen

Voor man en zoon haakte ik dezelfde muts. Zoon ontwierp de mutsen. Ze moesten donkerblauw worden met een groene band. Ik bedacht er nog een wit randje om het groen bij. Je kan natuurlijke elke combinatie maken, bijvoorbeeld met andere kleuren, helemaal gestreept of juist helemaal in een kleur.

Zoontje is 2. Man is, zeg, wat ouder dan 2. 

Ze doen de muts allebei niet meer af. 

Patroon voor man:

De muts is gehaakt met Lana Grossa Mille II en haaknaald 7.

(Ik haakte eerste met haaknaald 6 maar dan werd de muts veel te strak).

Maak een magic loop. 

Toer 1: Haak 2 lossen en 11 stokjes in de loop (gelijk aan 12 stokjes). Haak het laatste stokje bovenin de tweede losse van het begin. 

Toer 2: Verdubbel de stokjes, dus begin met twee lossen en een stokje en haak in elk stokje twee stokjes (24 stokjes)

Toer 3: haak twee lossen, een stokje in dezelfde steek, in de volgende steek een stokje, in de volgende steek twee stokjes, dus om en om een stokje, twee stokjes etc. (36 stokjes)

Toer 4: haak in ieder stokje een stokje maar in ieder zesde stokje twee stokjes (42 stokjes)

Toer 5: haak in ieder stokje een stokje maar in ieder zevende stokje twee stokjes (48 stokjes)

Toer 6: in ieder stokje een stokje (48 stokjes)

Toer 7: (met wit) in ieder stokje een vaste (48 vasten)

Toer 8 en 9: (met groen) in ieder stokje een stokje (48 stokjes)

Toer 10: (met wit) in ieder stokje een vaste (48 vasten)

Toer 11: (met donkerblauw) in iedere vaste een stokje (48 stokjes)

Toer 12: in ieder stokje een vaste, maar haak iedere achtste stokje samen (42 stokjes).

Patroon voor zoontje van 2

De muts is gehaakt met Lana Grossa Mille II en haaknaald 7.

Maak een magic loop. 

Toer 1: Haak 2 lossen en 11 stokjes in de loop (gelijk aan 12 stokjes). Haak het laatste stokje bovenin de tweede losse van het begin. 

Toer 2: Verdubbel de stokjes, dus begin met twee lossen en een stokje en haak in elk stokje twee stokjes (24 stokjes)

Toer 3: haak twee lossen, een stokje in dezelfde steek, in de volgende steek een stokje, in de volgende steek twee stokjes, dus om en om een stokje, twee stokjes etc. (36 stokjes)

Toer 4: haak in ieder stokje een stokje maar in ieder zesde stokje twee stokjes (42 stokjes)

Toer 5: haak in ieder stokje een stokje (42 stokjes)

Toer 6: (met wit) in ieder stokje een vaste (42 vasten)

Toer 7 en 8: (met groen) in ieder stokje een stokje

Toer 9: (met wit) in ieder stokje een vaste

Toer 10: (met donkerblauw) in iedere vaste een stokje

Toer 11: in ieder stokje een vaste, maar haak iedere zevende stokje samen. 

Lekker opzetten en niet meer afdoen!